In het Systemisch werken zijn Plek, Ordening en Balans belangrijke basisprincipes.
Plek staat voor het Systeem (familie, organisatie) waarin je zit. Iedereen in dit systeem heeft recht op een plek en het recht om erbij te horen. Deze plek wordt gedefinieerd in relatie tot de anderen in jouw systeem. Bijvoorbeeld: je plek in de rij van generaties, je plek in de kinderrij, je plek ten opzichte van je ouders en je plek als man naast je vrouw.
Ordening: gaat over de volgorde, een ordening en hiërarchie. Iedereen heeft een eigen en unieke plek die overeenkomt met de rangorde of volgorde waarmee je tot het systeem hoort. Als voorbeeld in de ordening in een familiesysteem staat de vrouw links van de man. De kinderen staan tegenover de ouders. Het oudste kind staat het dichtst naar de buitenwereld toe. De kinderrij is op volgorde van leeftijd en ongeboren kinderen (abortus/miskraam) hebben ook een plek in deze kinderrij.
Balans: gaat over een ethische balans van geven en nemen. Tussen ouders en kinderen, partners, vrienden en vriendinnen etc. Als er meer wordt genomen dan gegeven ontstaat er een dwangmatig gerechtigd zijn. Als er te veel wordt gegeven, ontneem je de ander de kans iets terug te geven. Wie geeft, heeft het recht dat het wordt ontvangen. In organisaties uit het 'teveel' aan geven zich in verstoorde werkrelaties, burn-out enzovoort. Wordt er in vrijheid en vanuit liefde gegeven en ontvangen of is er een dwangmatig 'schuldig en verschuldigd' zijn?
Hoe geef jij in je werk of je relatie? Welke kwaliteit zet je hiermee helemaal in het licht? En: welke kwaliteit komt hiermee in de schaduw te staan?